Stop  - and smell the roses

Het is 8 januari, 5 uur 34. Vanaf de kant zwaai ik naar de jongen op de pont die om 4 uur opgestaan is en nu alle bezoekers vrolijk 'Goedemorgen' wenst terwijl hij zijn kaartjes verkoopt. In stilte zwaait hij terug. Het is druk op de pont.

'Heb je hem nou weer net gemist', begroet hij me even later als ik het dek op fiets.
'Ja, had ik mooi 10 minuten langer kunnen blijven liggen'.
Maar nu Ik had genoeg tijd om in de luwte mijn regenbroek aan te trekken voordat ik aan de poldertocht begin.

Het is aardedonker. Gelukkig heb ik mijn nieuwste aanwinst, de iPod die ik met kerst van mijn Griekse oom gekregen heb. Ik heb hem volgezet met visualisaties van Roy. Die zijn positief. Op een gegeven moment ga ik zo op in zijn verhaal, dat ik geen idee meer heb waar ik ben. Maakt niet uit, als ik de goede richting maar opga. En de weilanden zie ik nu toch niet.

Iedere keer als ik naar Roy luister, hoor ik een nieuw zinnetje. Alsof de focus dan even op die ene boodschap ligt. Vandaag is het 'Stop and smell the roses'.
'Rot op met je rozen Roy', denk ik alleen maar. Het is januari, ik zie geen hand voor ogen en de regen en de wind gieren om me heen.

Ik test hoe hard ik fietsen kan en zweet me rot in mijn regenpak. Een uur later kom ik aan op mijn werk. Ik heb toch maar mooi alle goede bochten gemaakt zo in het donker samen met Roy.

En toen kwam Corona.........

Het is 10 uur 34. Op de pont staan 2 auto's en een fietser. De vrouw die de kaartjes verkoopt, heeft alle tijd voor een goed gesprek. De zon schijnt. Roy heb ik thuis gelaten. Helaas is het nog te vroeg in het seizoen om geitenkaas te kopen op de boerderij, dus bedenk ik een ander doel voor deze fietstocht. En zo speur ik het gras af, op zoek naar veertjes want ik wil iets moois maken als ik straks weer thuis ben. Ik ontdek hier een veertje. En daar eentje. Ik stop overal. De kilometerteller staat steeds even op nul. Ineens vind ik allemaal mooie veertjes bij elkaar. Ik heb mijn doel behaald en ga nu kijken of ik al lammetjes zie.

Als ik aankom op mijn werk, word ik begroet door een woonkamer vol blije mensen:
'Heeeeeee Wil!, ben je er weer'
Iedereen is thuis. Corona.  Als ik ze vraag ze hoe het met de liefde is, krijg ik daar enthousiast antwoord op. Ook al mogen ze elkaar nu even niet omhelzen.
'Eet je mee?', vraagt een bewoner. 'Kom gezellig aan tafel zitten.'

Ik bekleed een stuk ontbijtkoek met 1 cm roomboter en terwijl mijn collega met afgrijzen naar me kijkt, zet ik er genietend mijn tanden in.

Stop and smell the roses.

Misschien kan ik de bewoners wel leren glimlachen met hun ogen. Dat las ik ergens.

Reactie plaatsen

Amélie is 23. Ze heeft een hoop vrienden en vriendinnen. Iedere zaterdag heeft iemand wel een gezellig idee. Of ze zin heeft in het dansfeest. Wil kaasfonduen. Meegaat met de strandwandeling bij volle maan. Maar Amélie ligt het liefst op zaterdagavond onder haar dekbed op de bank. Lekker warm en knus. Samen met haar poes Joep kijkt ze de herhalingen van Expeditie Robinson. Amélie is graag alleen. Ze houdt van stilte en rust. Toch voelt ze zich er niet helemaal goed bij. Alsof ze geen keuze heeft dat ze zich in het weekend terugtrekt en haar sociale leven plat ligt.


Amélie ligt onder het dekbed in mijn praktijk. Als ze in hypnose is, gaan we samen terug in de tijd….


‘Het is net of niemand het mag zien. Ik schaam me’

‘Je schaamt je voor……?’

‘Het geschreeuw.’

‘Wie hoor je schreeuwen?’

‘Mijn vader. Hij schreeuwt tegen mijn moeder.’

‘Wat hoor je?’

‘#@$$####!. Hij is weer dronken.’


Iedere zaterdagochtend doet Amélie samen met haar vader boodschappen bij de Lidl. Stipt om 11 uur. Ze kopen eten voor de hele week. Haar moeder ligt dan vaak nog op bed. Met migraine. Amélie koopt altijd wat in de aanbieding is. Dat is het makkelijkst want de aanbiedingen liggen in het schap voorin de winkel. En twee zakken chips. Eén paprika en een zak wokkels. 

Daarna ruimen ze samen in stilte de boodschappen op en doet ze de vaat van de vorige avond. Als alles weer netjes is, gaat Amélie naar boven om huiswerk te doen. Ze zit in 2 VWO. 

Haar vader zit dan al in zijn luie stoel. Met zijn eerste biertje en in een wolk van sigarenrook. 

Zo rond een uur of 3 schreeuwt hij vaak onder aan de trap: ‘Amééééliiiiééé mijn krat is leeg. Haal jij even een nieuwe.’


Ze durft nooit vriendinnen mee naar huis te nemen. Er is toch altijd ruzie. Geschreeuw. Of juist ijzige stilte. Een smerige vaat. Wijnvlekken op het kleed. Kots van de kat in de gang. Niemand mag zien dat haar vader haar moeder slaat. Ze schaamt zich. 

En zo trekt ze zich terug. Alleen op haar kamer.


Samen stoppen we alle schaamte in een denkbeeldige bubbel die ze haar lichaam uitblaast, de ruimte in. Zo ontdoet ze zich van al het nare gevoel. begrijpt ze dat het pad van vroeger haar ernaar geleid heeft dat ze het fijn vindt om gewoon samen met haar poes op de bank te liggen. In stilte. En dat ze zich niet meer hoeft te schamen dat daar iets mis mee is. Want er is niets fout met haar. Nu mag en kan ze kiezen. Wat zij wil en leuk vindt. 


Misschien heb jij een oud gevoel waar je je voor schaamt. En heb je een potje bellenblaas ergens in een laatje liggen. Blaas een bel zo graat als je kunt, stop al het nare gevoel erin en kijk hem na. Hoe hij wegdrijft op de wind, tot hij oplost…..


Heb je toch een beetje hulp nodig? Maak hier een afspraak, dan laten we lekker samen de bellen in de lucht oplossen.