'Zal ik maar gewoon zeggen dat ik koffie ga drinken?
Marrie heeft morgen een afspraak bij de bedrijfsarts.
Ze ligt er wakker van.
Haar nachtrust wankelt bij spannende dingen; Marrie heeft een burn-out.
We kijken samen naar zijn foto. Die heeft ze opgevist in Google. Hij ziet eruit als een bedrijfsarts. Niet gezellig.
'Voor wie zou je dat doen?', vraag ik in al mijn subtiliteit.
'Ze vinden vast dat het al te lang heeft geduurd.'
'Voor de ander dus.'
'Ik moet gewoon niet zeuren.'
Marrie staat altijd klaar voor haar collega's. Ze loopt steevast een stapje harder. Dan kan de ander even zitten. 'Wat maakt het uit'. Zelf komt ze op de 2e, 3e of 4e plek. Sterk zijn. Niet piepen.
We doen er een hypnose sessie op.
'Ik moet een hap nemen.'
'Waarvan?'
'Bloedworst.'
Marrie is 13, ze heeft kookles. Van de directrice. Ze gruwelt van bloedworst. De geur vertelt haar al genoeg. De blik in de ogen van de directrice doet haar ook gruwelen. Daarom neemt ze toch een hap. Tegen haar wil.
De directrice reageert met: 'Goed zo, was dat nou alles? Moest je daar nou zo om piepen?'
We werken de bloedworst én de directrice uit haar systeem. Zodat ze weer zichzelf kan worden. Het gevoel dat al jaren vastzat in haar buik komt los. De scheldwoorden daarna ook.
Daarna oefenen we met zelfhypnose nog het gesprek bij de bedrijfsarts. Zodat ze kan zeggen wat ze écht wil.
Met '........ want jij bent de belangrijkste persoon in jouw leven' sluit ik de sessie af.
Dat zei mijn hypnotherapeut altijd.